Het gemiddelde slagingspercentage voor het theorie-examen B is in de afgelopen dertien jaar met maar liefst 9,2 procentpunten gedaald. Waar het in 2001 nog op 54,1 procent lag, werd in 2013 een gemiddeld percentage van 44,9 geregistreerd. In het eerste half jaar van 2014 is het getal overigens nog verder gezakt. In het eerste kwartaal van dit jaar werd een gemiddeld slagingspercentage van 44,1 procent genoteerd. In het tweede kwartaal ging het zelfs om niet meer dan 39,3 procent. Dat blijkt uit cijfers van het CBR. De meest recente daling wordt waarschijnlijk veroorzaakt door fraudepreventie bij theorie-examens.
De jaarlijkse gemiddelde slagingspercentages van het theorie-examen voor het B-rijbewijs laten over het algemeen een flinke dalende trend zien. De daling was het grootst in 2003, toen het percentage van 55,5 naar 49,3 ging. Dat is een verschil van 6,2 procentpunten. Mogelijk omdat het CBR rond die tijd een groot aantal vragen in het examen veranderde van ja/nee-vragen in vragen in de ABC-vorm. De grootste stijging van het slagingspercentage werd geregistreerd in 2009. Het percentage veranderde van 48,2 in 51 procent. Een toename van 2,8 procentpunten.
Theorie-examen
In de periode van 2001 tot en met 2013 was het gemiddelde slagingspercentage 49 procent. Met een gemiddelde slaagkans van 41,7 procent in de eerste twee kwartalen van dit jaar, ligt de kans dat een B-kandidaat zijn theorie-examen haalt anno 2014 dus ver onder het gemiddelde van de afgelopen jaren.
Het CBR stelt dat de daling waarschijnlijk van doen heeft met haar inspanningen op het gebied van fraudepreventie. “We verversen onze vragen met regelmaat, maken structureel gebruik van sweepers, trainen onze medewerkers op het gebied van identiteitsfraude en zijn recent een proef met detectiepoortjes gestart. We kunnen natuurlijk niet honderd procent hardmaken dat onze maatregelen de oorzaak van de daling zijn. Maar dat zulke maatregelen effect hebben op slagingspercentages, dat ligt wel erg voor de hand”, aldus Irene Heldens van het bureau voor rijvaardigheidsbewijzen.
CBR
Het CBR heeft naar eigen zeggen fors aan de theorie-vragen gesleuteld, zodat ‘plaatjes leren’ geen zin heeft. “Dit onder andere wegens partijen die zeggen onze vragen en de antwoorden daarop te hebben. Kandidaten moeten de vragen en situaties in het theorie-examen daardoor echt begrijpen om goed te kunnen antwoorden”, zo laat Heldens weten.
Iemand die goed voorbereid is, heeft daar dus geen hinder van, zo stelt ze. “Maar een persoon die niet leert of alleen maar plaatjes in zijn hoofd stampt, die zal gewoon weer terug moeten komen.” Ze verwacht overigens dat het percentage in de loop der tijd weer wat aan gaat trekken. “Als kandidaten doorkrijgen dat er steeds strenger gecontroleerd wordt, zal uiteindelijk waarschijnlijk beter worden geleerd. De sweepers zijn al zo’n anderhalf tot twee jaar in gebruik, maar de detectiepoorten waren daar recent nog een schep bovenop en hebben de controle intensief aangescherpt.”
Theorie
Karel Valkenburg, directeur van Smit Rijschoolservice stelt het lastig te vinden de vinger op de precieze oorzaak van de daling te leggen. “Daar kunnen we alleen naar gissen. Fraudepreventie kan inderdaad een effect op de cijfers hebben gehad, dat is een logische verklaring. Daarnaast kan het aan de veranderingen in de theorie-vragen liggen. En ik heb het idee dat we met een cultuuromslag te maken hebben. Dat kandidaten gemakzuchtiger zijn dan jaren geleden en liever op hun smartphone zitten dan een theorieboek openslaan. Maar dat is een gok: het is lastig te bewijzen.”
Volgens Chris Verstappen, directeur van verkeersmiddelenleverancier Verjo, is de daling het gevolg van een heel pakket van factoren. “De algehele daling heeft waarschijnlijk van doen met het aantal uren dat tegenwoordig nog klassikaal theorieles wordt gegeven. Dat is wegens commerciële druk alleen maar aan het afnemen. Tien jaar geleden vonden er veel meer en langere theoriecursussen plaats. Veel rijbewijskandidaten denken hun examen nu met een paar spelletjes op internet wel te kunnen halen. Dat dat niet het geval is, dat blijkt ook maar weer uit de actuele cijfers van de afgelopen jaren.”
Opleiding
“Bij de opleiding tot rijinstructeur wordt alleen nog schriftelijk getoetst of een potentiële rijinstructeur weet wat theorieles geven is. Sinds invoering van de nieuwe WRM in 2009 hoeven kandidaten niet meer in de praktijk te laten zien dat ze echt theorieles kunnen geven”, zo gaat Chris Verstappen verder. “Dit terwijl leerlingen steeds meer begeleiding nodig hebben, omdat de kennis die ze moeten hebben om veilig aan het verkeer kunnen deelnemen steeds omvangrijker wordt. E-learning alleen is niet de oplossing voor veel leerlingen. Ze zien door het bos de bomen niet meer.”
“Dat een kandidaat steeds meer moet weten, is ook te zien aan de omvang van een theorieboeken”, zo vervolgt hij. “Theorieboeken waren in 2001 nog een bladzijde of 190 dik. Inmiddels moeten kandidaten zo’n 250 pagina’s aan informatie kennen. Dat komt onder andere door nieuwe ontwikkelingen en technologieën op het gebied van verkeer, maar ook de steeds hogere eisen die de maatschappij stelt aan de theoriekennis. Dat is weer terug te vinden in de eisen die de EU stelt aan de theorie-examens.”
Afnamesysteem
Verstappen verwacht overigens dat het gemiddelde slagingspercentage voor het B-rijbewijs na de implementatie van het nieuwe theorie-afnamesysteem nog verder kan dalen. “Dat is in het verleden al vaker voorgekomen na grote aanpassingen. Bij de invoering van het huidige examensysteem in 2002-2003 bijvoorbeeld was een vergelijkbaar effect te zien.” Hij stelt dat zowel passief als actief afkijken met het afnamesysteem dat op stapel staat niet meer mogelijk is. “En kandidaten krijgen geen eerder gestelde vragen meer in een herexamen. Theorie kennen en begrijpen wordt dan dus echt een noodzaak”, zo redeneert hij. “Dat zullen kandidaten moeten ondervinden, voordat ze echt serieus voor hun theorie-examen gaan studeren.”
De leermiddelenleverancier wijst op de nieuwe wet in België die maakt dat kandidaten die twee keer zakken voor hun theorie-examen sinds begin dit jaar verplicht 12 uur theoretisch onderwijs moeten volgen bij een erkende rijschool en een erkende theorie-docent. “Dat zou voor in Nederland ook een mooi systeem zijn”, zo laat hij weten. “Als de juiste personen voor de klas staan, dan kun je daar het percentage naar mijn idee behoorlijk mee opkrikken. Maar het zal ook zorgen dat leerlingen betere en veiligere beginnende bestuurders worden. Veel rijscholen willen wel theorieles geven, maar dan moet het ook economisch zinnig zijn. Voor niets werken kan immers niemand in Nederland.”
Motor
De slagingspercentages voor theorie-examens in de motorcategorie A daalden in de afgelopen dertien jaar van 66,1 naar 54,1 procent. Een verschil van 14,2 procentpunten. Tussen 2001 en 2013 fluctueerde het percentage overigens steeds. De grootste daling vond in 2003 plaats, toen het slagingspercentage van 64,9 afnam tot 52,2 procent.
De slaagkans voor het theorie-examen van de AM-categorie bromfiets is met 45,3 procent in 2001 en 45,5 procent in 2013 bijna gelijk gebleven. Door de jaren heen waren uitschieters te zien naar boven en beneden. In 2003 werd een percentage van 41,8 genoteerd. In 2007 was het gemiddelde 52,9 procent.
Roosmarijn Dierick
Bron: Verkeerspro.nl